gebroken

Elke keer weer vind ik het moeilijk om te omschrijven wat een metafoor is.

Het is het plaatje wat je kunt maken bij iets, wat staat voor alles wat je in dat iets ervaart en erin ziet, voelt, proeft, etc.
Het is vast niet duidelijker geworden.
Dan maar een voorbeeld. Als we het hebben over 'zij is een wandelende bibliotheek', is dat een metafoor. En we zeggen daarmee dat zij veel boeken heeft gelezen.
Een ander voorbeeld.

Er werd iemand gevraagd wat hij zag als de metafoor voor zijn leven. Een leven van verslaving aan drugs, geen werk, geen vriendin.
Zijn metafoor: hij leefde in een verwaarloosde plaats, overal rommel op de straten, chaos. Hijzelf bewoog zich voort van auto naar auto, gebogen om niet gezien te worden en constant alert op eventuele aanvallen. Hij voelde zich heel onveilig in die plaats en vond het vreselijk.
Op de vraag wat hij zou willen veranderen aan dat beeld, aan die metafoor, vertelde hij dat hij een keurige ordelijke plaats zou willen zien, met mooie gazonnetjes, orde, een burgemeester die alles in de gaten hield. Met mooie auto's in plaats van de gedeukte die hij eerst zag.
Daarna werd hem gevraagd dit als de metafoor van zijn leven te zien. Vanaf dat moment.
Drie maanden later was hij niet meer verslaafd, had werk, en had een vriendin............ (dat doet een verandering van de metafoor voor je leven met je).

We hebben voor elk gebied van ons leven een onbewuste metafoor, een onbewust beeld over hoe het is, hoe we het ervaren. Je werk, je relatie, je familie (schoonmoeder?), je hobby, je leven op zich, etc.
Door daar eens naar te kijken en waar nuttig te veranderen, kun je een deel van je leven veranderen. Nog een mooi voorbeeld is iemand die straatvrees heeft, en niet naar buiten durft en ook nooit meer buiten komt. Haar metafoor is een huis zonder deuren. Nadat gevraagd is de metafoor te veranderen in een huis met deuren en een pad van de deuren naar de straat, loopt ze een maand later buiten op straat!

Dat is wat metaforen kunnen doen: ze kunnen je beperken en ze kunnen je vrijheid geven.
Een metafoor kan een situatie zijn, een totaal beeld wat je hebt, maar het kan ook een woord zijn, of een dier. Als je jezelf een beetje sullig vindt en meer een mak schaap, kijk dan eens hoe het is om een leeuw te zijn, of een tijger. Je kunt het altijd weer veranderen.
Vind je jezelf een schaap? Zeg vanaf nu regelmatig tegen jezelf dat je een tijger bent. En kijk maar eens wat er verandert!

Tijdens een nascholing ontmoette ik een collega, en ik vroeg hem wat ie deed. Twee dagen werkte hij als verpleeghuisarts, en twee dagen voerde hij zijn hobby uit. Welke hobby? Huisarts.
Zo had ik nog nooit naar mijn beroep als huisarts gekeken. Maar het klonk wel geweldig. En het gevoel dat je je werk als hobby ging zien, fantastisch. Vanaf dat moment was mijn werk mijn hobby, en is het gebleven! En een hobby doe je het overgrote deel van de tijd met plezier. Het is je niet snel te veel. Problemen zijn uitdagingen (overigens ook een metafoor, want problemen kunnen ook onoverkoombaar zijn - een andere metafoor).

Maar je kunt je werk ook zien als strijd (concurrentie, je moeten bewijzen, vijandigheid, overal valkuilen zien, etc.), of als overleven (ik moet werken voor het geld), of oorlog (zoals Rinus Michaels zei: alles is geoorloofd, agressie, etc.) of als spel (we proberen er het beste van te maken, lukt het niet doen we het opnieuw), als wedstrijd (ik zal winnen en de beste zijn), als leerervaring (ik doe mijn best en leer van elke situatie), als eigengereide leraar (ik weet alles al, er valt me niets te leren, ik zal de anderen wel vertellen hoe het moet), als......vul maar in.

Hoe sta je in het leven? Als schildpad (traag, je beschermend schild om je heen, ingehouden), als tijger ( krachtig je eigen weg zoekend en grommend als het je niet bevalt), als vos (listig, loerend op je kansen) of als welk ander dier.
En hoe zie je het leven? Als spel (niet te serieus, leerzaam, je hebt meer mogelijkheden, leuk), als vakantie (waarin je leuke dingen doet zoals werken en uitgaan), als overleven (ik zal mijn tijd wel uitdienen), als strijd (je moet keihard buffelen en er blijft weinig leuks over), als tijdverdrijf (je moet toch wat doen), als leerschool (elke ervaring leert weer wat en maakt je wat wijzer), als keiharde leerschool (steeds weer stoot je je hoofd en deukt je zelfvertrouwen), als groeiperiode (alles wat je tegenkomt maakt dat je groeit), etc....

Ik kan zo nog heel lang doorgaan. Maar kijk eens bij jezelf. Ga er eens voor zitten en kijk welke metafoor jij op dit moment op verschillende delen van je leven zou plakken. En bevalt die? Zo niet, welke metafoor zou je wel willen plakken op dat deel van je leven. En doe het.

Nog een laatste voorbeeld uit mijn eigen leven. Ik deed een cursus 'Train de Trainer', waarin je leerde hoe je mensen moest begeleiden en coachen, eventueel in groepen. Je moest daarbij veel voordrachten doen, en leerde hoe je dat het beste kon doen. Er werd overigens veel met metaforen gewerkt. Veel anekdotes werken goed als metafoor, veel fabels zijn metaforen.
Op een gegeven moment werd ons gevraagd welke metafoor wij wilden hebben voor onszelf als we voor een groep stonden en die zouden toespreken. Een collega nam als metafoor een beer: groot, krachtig, rustig, onverslaanbaar, respect afdwingend.
Ik kon het begrijpen. Er werd gezegd om vooral ook je intuïtie te gebruiken.

En ineens kwam bij mij uit het niets een prachtige waterval in beeld. Eerst vroeg ik me af wat ik ermee moest, maar langzaam maar zeker drong de waarde van deze gift door.
Ik zag de spraakwaterval waardoor ik niet met een mond vol tanden zou staan, ik zag de kracht die mij de kracht zou geven me uit elke situatie te redden, ik zag de rust in het beeld van de waterval die mij op elk moment rust zou geven, ik zag de douche die mij zou schonen van alles wat ik niet kon gebruiken, en het stromen wat voor continuïteit zou zorgen. Ik zag er destijds nog wel meer in, maar feit was, dat als ik ging staan voor mijn 'beurt' en me even verplaatste in die waterval, dat ik er dan ook helemaal stond. En met al die mooie eigenschappen mijn speech of voordracht kon doen.

Metaforen zijn zo ongelooflijk krachtig, omdat ze en beeld en gevoel in je onbewuste brengen. Je stapt zo in de schoenen van die metafoor. Ga ermee spelen, en voel hoeveel plezier je er van hebt. Als iets je niet bevalt, vraag je af 'wat is mijn metafoor hier?'. En verander het. Ook op dit gebied heb je weer zelf de keuze een stuk van je leven te veranderen. En weer op een eenvoudige manier.....

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn

lichaamsbeweging

Lichaamsbeweging is belangrijk. Dat weten we allemaal eigenlijk wel. Het is belangrijk om meerdere redenen.

De doorbloeding en zuurstofvoorziening van de weefsels: door lichaamsbeweging en de ermee gepaard gaande diepere ademhaling, zorgen we ervoor dat vrijwel alle weefsel op een goede manier worden doorbloed. Doorbloed met bloed wat zuurstof naar alle cellen brengt, en koolzuurgas als 'afval' weer naar de longen terugvoert. Niet alleen koolzuurgas wordt afgevoerd, maar ook allerlei afvalstofjes die vrijkomen in alle cellen. Want alle cellen zijn op zich kleine fabriekjes. fabriekjes die afvalstofjes produceren en voor de verbrandingsprocessen zuurstof nodig hebben. Ook om gezond te blijven.

Het uithoudingsvermogen, onze weerstand: door lichaamsbeweging zorgen we er ook voor dat onze weerstand beter is, en dat ons uithoudingsvermogen groter is. Bij elke infectie door een virus of bacterie, maar ook bij kankercellen, is het belangrijk dat ons lichaam snel en goed in staat is de verdediging in gang te zetten en zo nodig de aanval te openen op bacterie, virus of kankercel. Enerzijds zal het lichaam adequater reageren naarmate we gezonder zijn en betere lichaamsbeweging hebben, anderzijds zullen we bij slijtageslagen als langdurige ziekte of de strijd tegen kanker beter in staat zijn het vol te houden en/of te herstellen. Maar ook is ons afweersysteem sneller in staat bijvoorbeeld kankercellen te ontdekken en aan te pakken.

Het 'smeren' van de gewrichten: door lichaamsbeweging zorgen we ervoor dat de gewrichten soepeler worden, omdat de spieren en banden rond die gewrichten beter worden getraind, maar ook dat de gewrichten minder snel zullen slijten. Lichaamsbeweging - het liefst vanaf jonge leeftijd (en dat staat onder druk, want kinderen bewegen steeds minder - op een goede manier) - zorgt ervoor dat gewrichten sterker zijn, de botten sterker zijn, en de gewrichten soepeler blijven bewegen. Het kraakbeen wat de gewrichtskop en gewrichtskom bedekt, blijft beter en het gewricht wordt beter gesmeerd. We kennen allemaal de voetbalknie, waar het gewricht meer vocht aanmaakt in een poging de knie ondanks een kapotte meniscus toch te kunnen laten functioneren. Het leidt tot een dikke knie met teveel vocht. Als we daarentegen gewrichten minder bewegen (en ook minder volledig bewegen), wordt er minder vocht aangemaakt en zal er eerder slijtage optreden.

Het stimuleren van meridianen, van de energiebanen: dit is een stukje waar we in het westen minder mee bezig zijn, maar door lichaamsbeweging zorgen we niet alleen voor een betere stroom door de bloedbaan, we zorgen ook voor een betere stroom door de meridianen. Doordat we bij allerlei bewegingen de meridianen strekken of prikkelen, is die energiestroom beter. En zolang we niet overdrijven hebben we daar baat bij. Als we overdrijven, dan verbruiken we meer energie dan we op gang brengen en raken we juist oververmoeid.
Toch is het ook bij bijvoorbeeld burn out belangrijk om lichaamsbeweging te doen. Bij burn out moeten mensen zich weer gaan opladen en juist dan is dit punt heel belangrijk. Via betere Qi (=Chi) stroom door de meridianen, en een beter doorbloeding van het lichaam wordt de conditie verbetert en worden we lichamelijk maar ook geestelijk sterker.

De geestelijke toestand: lichaamsbeweging verbetert ook de geestelijke situatie. Bij inspanning zijn het vooral de endorfines die ervoor zorgen dat we ons beter voelen, dat we beter in ons vel zitten. Dezelfde endorfines die ook bij de bestrijding van pijn zo behulpzaam kunnen zijn. Maar zeker bij de duursporten zien we ook dat er meditatieve toestanden kunnen zijn (die ik zelf bijvoorbeeld ken van het hardlopen gedurende langere tijd) die rust geven en maken dat we beter met onszelf in contact komen.

Het soort lichaamsbeweging wat het beste is, is per individu verschillend. Je kunt je voorstellen dat iemand die 30 kilo te zwaar is beter niet kan gaan hardlopen.
Het is in elk geval altijd belangrijk om een lichaamsbeweging op te bouwen, geleidelijk aan je prestatie te verhogen. Bij hardlopen kun je bijvoorbeeld het beste beginnen met wandelen en daarna met een paar keer (bijv. 4) achtereen 1-2 minuten hardlopen met 2 minuten pauze tussendoor. Dat klinkt heel voorzichtig, maar zeker naarmate we iets ouder worden (boven de 20) is dat wel verstandig.
Bovendien schijnt het niet zo verstandig te zijn om boven bijvoorbeeld de 45 nog te gaan hardlopen als je tevoren weinig aan sport deed. De gewrichten kunnen dat dan niet meer zo goed aan en overbelasting (en dus slijtage) ligt dan op de loer.

Verder is het verstandig om te zorgen dat alle delen van het lichaam worden gebruikt en dat de gewrichten volledig worden gebruikt. Er zijn sporten waarbij je gewrichten maar deels gebruikt (bij stootbewegingen bijvoorbeeld) en ook dat zou eerder tot ellende lijden van die gewrichten.
Wees bovendien bedacht op "warming up" en "cooling down". Als je prestatie van het lichaam vraagt, van de spieren, pezen, banden, gewrichten etc., is het verstandig rustig te beginnen elke keer dat je gaat sporten. En wat oefeningen te doen waardoor de doorbloeding alvast toeneemt zonder dat je het lichaam al te veel belast.

En nadat je gesport hebt, althans nadat je intensief bent bezig geweest, is het verstandig om nogmaals de doorbloeding te stimuleren van de spieren, banden en pezen die je gebruikt hebt. Maar nu zonder echte inspanning, zonder dat er weer afvalstoffen door de verbranding en het gebruik in die spieren wordt achtergelaten. Het doorbloeden bij de cooling down zorgt juist voor afvoer van de afvalstoffen die we tijdens het sporten in de weefsels hebben veroorzaakt. Doe je dat niet, kunnen blessures het gevolg zijn. En dat zie je in de praktijk veel te veel. Mensen die na het sporten de tas inpakken en weg gaan zonder een cooling down. En juist bij die mensen zie je veel blessures.

Ik zat ooit op volleybal en daar speelde een seniorenteam. Deze oudere heren trainden nooit, maar speelden eens per week een wedstrijdje. Je raadt het al, de een na de ander raakte geblesseerd, meestal een zweepslag. Op een gegeven moment moesten ze zich uit de competitie terugtrekken omdat ze langere tijd geen team meer op de been konden brengen. Dit was puur een gevolg van ondoordacht sporten.

Chi Neng® Qigong is een bewegingsleer waar we alle facetten die ik boven noemde terug zien. Het is wat dat betreft een voortreffelijke totale bewegingsmethode. De doorbloeding en zuurstofvoorziening in alle weefsels van het hele lichaam worden bevordert door de bewegingen, die alle soepel en rustig zijn. Altijd wordt begonnen met een lichte warming up, waarmee het hele lichaam en de organen al worden gestimuleerd. Door de stimulering van alle organen en de meridianen wordt de werking van de organen verbeterd, maar ook de weerstand. Het uithoudingsvermogen wordt geleidelijk beter omdat het hele lichaam beter gaat functioneren, bovendien zijn er oefeningen die intensiever zijn waarvoor je kunt kiezen.

Omdat vele gewrichten in hun hele beweging worden gebruikt, smeren we alle gewrichten en zorgen we voor soepelheid van het hele lichaam, inclusief de rug. De energiebanen worden juist bij de Chi Neng tijdens alle bewegingen gestimuleerd, waardoor de Qi beter zal stromen en de organen gezonder worden en blijven. Omdat Chi Neng gedaan wordt met gerichte aandacht, vinden we er geestelijk meer rust door en raken we meer ontspannen naarmate we het meer doen.

Het mooie van Chi Neng is, dat je er slechts kleding voor nodig hebt waarin je je makkelijk kunt bewegen (bijvoorbeeld hurken), en dat je het makkelijk thuis kunt doen. Kans op blessures is er eigenlijk niet, zweten ga je alleen als je dat wilt. En na enige training gaan de bewegingen van binnenuit, waardoor je er juist energie van krijgt in plaats dat het energie kost. En bovendien ga je er lekkerder door in je vel zitten. Wel is het verstandig om de oefeningen eerst goed aan te leren bij een instructeur. Verkeerd uitgevoerde oefeningen zouden immers tot verkeerde effecten kunnen leiden, zelfs tot klachten.

[Niet zo lang geleden bleek uit onderzoek dat mensen die echt als huisvrouw werk deden minder snel borstkanker hadden. Dat bleek te liggen aan het feit dat de borstspieren meer werden gebruikt, de doorbloeding van de borsten beter was, en de lymfeklieren in dat gebied dus ook beter hun werk konden doen. Vergeet niet dat de huisvrouw vroeger veel meer met de handen en armen werkte dan tegenwoordig. Wringen, dweilen, de was ophangen, boenen, het zijn allemaal geen dingen meer van deze tijd.

Dit onderzoek laat enerzijds zien hoe belangrijk de doorbloeding is én de lymfeafvoer, maar tegelijkertijd dat ons lichaam kennelijk kankercellen onschadelijk kan maken als de doorbloeding in dat gebied maar goed genoeg is. Want bij beide groepen vrouwen zullen kankercellen gevormd zijn, en toch kregen de vrouwen met voldoende doorbloeding van het borstgebied aanzienlijk minder kanker.
Juist bij Chi Neng worden er veel bewegingen gemaakt die de doorbloeding in het borstgebied verbeteren. Net als de energie in dat gebied wordt verbeterd (maar dat geldt voor het hele lichaam) en in combinatie met het genoemde onderzoek mag je bijna zeggen dat Chi Neng Qigong beoefening moet leiden tot minder borstkanker. ]

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn

Een behoorlijk aantal mensen leeft een leven waarbij ze een aantal eigenschappen gebruiken die heel goed helpen om geluk te ervaren. Een aantal van die eigenschappen hebben ze gewoon, hebben ze in de opvoeding mee gekregen of hebben ze zich tijdens het leven eigen gemaakt.  



Stressmanagement bijvoorbeeld, het op de juiste manier met stress omgaan en weten stress te verlagen, zodat het niet je levensgeluk ondermijnt. Daarbij hoort ook het op de juiste manier omgaan met zorgen. Maar ook het stellen van doelen, zodat je bewust en onbewust weet waar je heen wilt in dit leven. 
Het gebruiken van hulpmiddelen als affirmaties en visualisaties is ook zeer waardevol. Het voorop stellen van liefde, liefde voor jezelf en liefde voor je naaste maakt je leven een stuk prettiger. 


Gelukkige mensen focussen op de juiste dingen. Ze hebben primair aandacht voor het goede in plaats van het slechte, ze nemen zichzelf serieus, maar op z'n tijd ook met een korrel zout, nemen tijd voor zichzelf en hun gezin. Ze denken positief en zijn optimistisch. Ze stellen duidelijk prioriteiten en houden zich daar ook aan, hebben commitment. 
Door te zorgen dat de gedachten overwegend positief zijn, straal je dat meer uit, maar wordt het ook een gewoonte om positief te denken. Je gaat ook positiever over anderen denken en dat maakt relaties prettiger. Het maakt dat je minder snel negatieve energie in het lichaam doet vrij komen. 


Af en toe eens echt stil zijn, mediteren, Chi Neng Qigong, yoga, Tai Chi, etc. zorgen voor contact met je diepere ik. Het zet je steviger op je benen. Maakt dat je contact met jezelf hebt in plaats van dat je langs jezelf heen loopt te rennen.
Wat gelukkige mensen vooral ook doen is bewust leven. Ze nemen verantwoordelijkheid voor hun eigen leven en zijn in staat om zichzelf te observeren, gebruik te maken van zelfreflectie. Ze nemen waar en hebben niet overal een mening over. 


Veel gelukkige mensen zijn ook in staat om goed met de kosmos om te gaan. Ze durven te vragen, aan anderen, aan God, aan de kosmos. Ze hebben vertrouwen, òf in zichzelf òf in iets wat groter is dan zijzelf. Ze leren aan de lopende band van de ervaringen in het leven. Velen lezen ook veel om daarmee sterker in het leven te staan. 
Een gelukkig leven is eigenlijk een samenspel van een aantal eigenschappen en hulpmiddelen, waarbij de hulpmiddelen vooral in het begin hulpmiddelen zijn en gaandeweg gewoon een levenswijze worden.

In feite kan iedereen gelukkig zijn of in elk geval het gevoel van geluk ervaren. Als je het voldoende wilt, is het een kwestie van stap voor stap jezelf eigenschappen eigen maken die ertoe leiden. Sommige daarvan zijn eenvoudig aan te leren, anderen zijn iets lastiger. Voor iemand die altijd een zwartkijker is, kan het lastig zijn om optimistisch te worden of vooral de positieve dingen te zien. Voor iemand die altijd alle verantwoordelijkheid buiten zichzelf legt is het lastig om in te zien dat je zelf je stemming bepaalt. Voor mensen die op iedereen en alles altijd commentaar hebben, zal het lastig zijn om op een liefdevolle manier naar zichzelf en anderen te gaan kijken.

Toch, het is een kwestie van wil je het of wil je het niet. En hoe graag wil je het, ben je bereid dingen te veranderen? 
Ik gun jou geluk, dus pak het aan.
Pak je geluk

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn

pasop

Let op alles wat je zegt en denkt. Leer jezelf aan alleen maar op een positieve manier te praten en te denken. Er is een quote die zegt "je bent wat je denkt". En dat klopt aardig.

Don Miguel Ruiz noemt het anders in zijn boek "De 4 inzichten", naar de wijsheid van de Tolteken. Hij heeft het over "wees onberispelijk in je woord". We bedoelen beiden hetzelfde.

Alles wat je zegt en denkt heeft hele grote invloed op je doen en laten. En op je gevoel van zelfvertrouwen. Op je geluk.
In feite is denken niets anders dan praten, praten in jezelf. En dat doen we de hele dag. We zijn de hele dag met onszelf in gesprek en zelfs in ons hoofd soms met anderen. Hele gesprekken kunnen zich in ons hoofd afspelen. Juist dat denken, dat praten en die gesprekken bepalen wie we zijn, wat we doen en wat we voelen. Zelfs dus of we ons gelukkig voelen en indirect bepaalt het zelfs grotendeels onze gezondheid. Immers, negativiteit is niet goed voor de gezondheid en optimisme, lachen en positivisme zijn juist wel goed. Het afweersysteem schijnt in het laatste geval beter te functioneren.

De eerste keer dat ik werd geconfronteerd met de vraag "hou je van jezelf" en direct daaraan gekoppeld "hoe praat je tegen jezelf", was dat een enorme eyeopener. Overigens niet een waar ik vrolijk van werd.

Ik weet dat ik naar buiten toe een sympathieke dokter was, dat ik er voor de patiënten was of in elk geval probeerde te zijn. Maar in mijn hoofd waren er altijd hele gesprekken, pittige en heftige discussies. Met collega's waar ik het niet mee eens was, met patiënten, met "de duvel en z'n ouwe moer". Tegelijkertijd realiseerde ik me dat ik de hele dag tegen mezelf liep te mopperen of zelfs schelden. Ik denk dat ik perfectionistisch neig te zijn, zeker in mijn werk, en als huisarts kon dat natuurlijk helemaal niet. Er laat zich weinig plannen, zeker niet als je voor mensen de tijd wilt nemen als dat nodig is.
Bovendien is er heel veel natte vingerwerk als het gaat om diagnoses, en weinig zekerheid. Brieven moeten worden ingeschreven, uitslagen verwerkt en ernaar gehandeld zo nodig. Ik liep vaak uit, juist omdat ik de tijd nam. En telkens als het niet ging of was gegaan zoals ik wilde, liep ik op mezelf te schelden. En meestal helemaal niet zo vriendelijk. Ik begon me toen te realiseren dat ik dat moest veranderen. Maar ja, hoe? Stoppen met iets wat je al decennia lang gedaan hebt valt niet mee.

De eerste stap is je bewust worden dat je het doet. Luister eens naar jezelf, observeer jezelf eens terwijl je met jezelf praat, denkt, etc. Er zijn mensen die beweren dat ze niet in zichzelf praten, die hebben dat helemaal niet door. Zou lekker stil zijn.
(Het schijnt dat we zo'n 80.000 gedachten per dag hebben, ongeveer elke wakkere seconde 1! Dus denk niet dat je niet denkt. Meer dan 3/4 ervan is 'automatisch negatief'.) 

De volgende stap is je bewust zijn - nadat je iets hebt gedacht of gezegd - dat je zojuist op een negatieve manier hebt gepraat of gedacht. Dat je iets onaardigs tegen jezelf hebt gezegd. Aangezien we dat meestal onbewust doen, is het feit dat je je het bewust bent al een hele stap.

Daarna kun je wat je hebt gezegd afzwakken door er iets positiefs achter toe te voegen. Zelf heb ik ervaren dat het daardoor soms melig wordt, maar dat op zich kan weer een innerlijke lach oproepen. Bovendien is humor zeker een manier om iets negatiefs wat je hebt gezegd of gedacht te helpen neutraliseren.
Nadat je "wat ben je ook een stommerd"(ik hou het netjes) tegen jezelf hebt gezegd, kun je er allerlei dingen aan toevoegen. Voorbeelden zijn: "maar je hebt er wel van geleerd", "maar de volgende keer gaat het beter", of zelfs "maar wel een lieve stommerd",of "maar wel de meest fantastische stommerd die er is". Wees creatief en voeg eraan toe wat voor jou goed voelt, zodat het eerder gezegde geneutraliseerd wordt

Gaandeweg ga je herkennen dat je iets zegt of denkt terwijl je het doet (en niet meer achteraf), zodat je nog tijdens je 'gesprek' wat je zegt kunt neutraliseren of zelfs ombuigen. Zoiets als "Tje, wat stom (oh ja, wat doe ik nu.....) lijkt dit, maar eigenlijk ben ik aan het leren". Of "Wat ben ik stom bezig (oh jé, doe ik het weer..........) op het eerste gezicht. Nu weet ik hoe het de volgende keer moet".
Of zoiets. Je zult merken dat je heel creatief wordt in dit proces.

En weer een fase verder praat je niet meer negatief tegen jezelf, en je zult merken dat je ook steeds minder negatief over anderen praat of denkt. Je filtert het negatieve een beetje uit je denkraam. Overigens is kritisch iets anders als negatief. Het is nooit verkeerd om kritisch te zijn, om af te wegen; maar doe het met mate.

Wat ik zelf uiteindelijk merkte, is dat ik in de loop der jaren steeds meer positief in plaats van negatief in mezelf ging praten, maar vooral ook dat het eindelijk eens stil werd. Stil in mijn hoofd. Dat ik regelmatig gewoon niets denk en gewoon observeer, waarneem. Ook het geven van complimenten aan mezelf - wat vroeger gewoon niet gebeurde, het kwam ook niet in me op - kwam steeds vaker voor.
En toch moet je ook dit soort dingen, zelfs als het helemaal goed gaat, blijven realiseren, blijven 'warm houden'. Hier zie je weer het belang van herhaling, van dingen opnieuw horen en lezen, al dan niet van een ander.

Jaren nadat ik hier zelf aan begonnen was, kreeg ik het bovengenoemde boekje van Ruiz, waarin hij stelt dat je onberispelijk moet zijn in je woord. En ik dacht dat dat niet zo moeilijk was, ik had het tenslotte ook gedaan. Tot ik me realiseerde dat het jaren had geduurd om van een uiterst kritische en vaak negatief tegen mezelf praten te komen tot een positieve en sympathieke manier van tegen mezelf praten. Het heeft weer alles te maken met die ingesleten patronen die je stap voor stap moet veranderen, als je dat wilt.
Maar of je het wel of niet wilt en wel of niet doet, besef dat alles wat je zegt of denkt tegen je gebruikt kan worden.

Er is een quote, ik weet niet van wie, die zegt: "of je denkt dat het je gaat lukken of dat je denkt dat het je niet gaat lukken, je hebt sowieso gelijk". Omdat wat je ook tevoren denkt over wat je gaat doen, het feit dat je het denkt maakt dat het waarschijnlijk gaat gebeuren. Denk je dat je gaat slagen, dan straal je dat uit, dan creëer je zelfvertrouwen, dan staat je roer op slagen en zal het ook lukken. Denk je dat het niet gaat lukken, dan straal je dat uit, zakt je zelfvertrouwen steeds verder, zul je fouten maken en staat je roer op mislukken.

Dat is de kracht van je gedachten en van hoe je praat. Dus nogmaals: bedenk dat alles wat je zegt of denkt tegen je gebruikt kan worden. Let op je woorden.

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn
zie blog algemeen